Het jaar 1960 wordt in een droevige atmosfeer afgesloten. In BELGIË dreigen stakingen de orde te verstoren en tijdens de kerstdagen worden de troepen geconsigneerd. De Grenadiers moeten zich klaar houden om marscompagnieën naar BELGIË te zenden. Op 9 januari 1961 vertrekt het Regiment met drie compagnieën en een beperkte staf naar TIENEN, waar het in de “algemene reserve” blijft. Het keert terug op 13 januari, zonder te zijn ingezet.
Op 9 februari 1961 aanvaardt de stad BRUSSEL, van 1840 tot 1939 de garnizoenstad der Grenadiers, het peterschap over het Regiment. Ter gelegenheid daarvan heeft op de Grote Markt een wapenschouwing plaats en ontvangt het Regiment uit handen van de Heer COOREMANS, burgemeester van BRUSSEL, als geschenk een keramiek beeld van St.-MICHIEL, patroon van de stad.
Op 24 april van hetzelfde jaar wordt een afvaardiging onder leiding van LtKol GUIGON ontvangen op het Koninklijk Paleis door Z.M. Koning BOUDEWIJN en H.M. Koningin FABIOLA. In naam van het Regiment wordt als huwelijksgeschenk een pendule aangeboden.
Op 22 augustus 1961 vertrekt er een marscompagnie naar RUANDA - BURUNDI en blijft er tot 26 januari 1962.
In september 1961 ontvangt het Regiment 35 Full-Tracks van het type M75. De overschakeling van infanterie te voet naar gepantserde en gemotoriseerde is dan ook een feit en in 1962 wordt het Bataljon Infanterie het Bataljon Pantserinfanterie.